Het orgel in de Ste. Catharina kathedraal te Utrecht

orgekl st Catherina Katedraal

Het orgel in de kathedrale kerk van Ste. Catharina te Utrecht is in 1903 gebouwd door de orgelmakerij Maarschalkerweerd & Zoon te Utrecht. Op de orgelkast staat in het Latijn te lezen, dat het instrument een geschenk was van de Utrechtse rooms-katholieke burgerij ter gelegenheid van het vijftig-jarig jubileum van de in 1853 herstelde bisschoppelijke hiërarchie in Nederland.

Het had twee manualen en pedaal, en een dispositie toegesneden op haar functie in de eredienst van die tijd, namelijk de begeleiding van het gregoriaans en van de koorzang, zachte voor- en tussenspelen en het feestelijke naspel. In 1939 breidde de orgelbouwer Elbertse, die het vak had geleerd bij Maarschalkerweerd, voor deze orgelmakers op verzoek van de toenmalige organist Hendrik Andriessen het orgel uit met behoud van de oorspronkelijke stemmen en laden. In 1996 tenslotte werd het instrument door de firma Vermeulen te Weert hersteld en nogmaals enigszins gewijzigd.

Orgelkast

Het orgel staat opgesteld op de koorzolder in de westuitbreiding van de kathedraal, die in 1899 naar een ontwerp van Alfred Tepe was gerealiseerd. Enigzins vergelijkbare fronten hebben de orgels in de St. Ignatiuskerk te Rotterdam (1904 voor het Loret orgel van 1863, thans in de St. Augustinuskerk te Geleen-Lutterade) en de St. Jozefkathedraal te Groningen (1906, in 2005 gerestaureerd). Deze kasten kenmerken zich door een breedtewerking met de bedoeling het westraam vrij te laten, en die tevens al eenzelfde klankwerking suggereert. De Utrechtse kast ontworpen door de beeldhouwer F.W. Mengelberg sluit precies aan bij het fraaie glas-in-lood raam van H. Geuer. In het midden van het front prijkt het beeld van Paus Gregorius de grote, de patroonheilige van het in 1869 opgerichte kathedrale koor, en wiens naam zo nauw verbonden is met het gregoriaans.

Tractuur

Het instrument werd uitgerust met de voor die tijd moderne pneumatische membraamladen van de duitse firma Weigle. Mogelijk vanwege geldgebrek kon slechts een deel van het binnenwerk worden geplaatst. Bij de voltooing in 1908 werden pneumatische kegelladen van naar alle waarschijnlijkheid de duitse firma Laukhuff toegevoegd, zodat het orgel sindsdien twee ladesystemen heeft. De overbrenging van de crescendotrede naar de jalouzieën van de crescendokast verloopt langs mechanische weg.

Dispositie & klank

Het orgel in de st Catherine KathedraalOndanks het feit dat de speeltafel drie manualen heeft, is er in feite sprake van een 2-manuaals instrument. Pas wanneer men het derde manuaal aan het tweede koppelt is er sprake van een volwaardig crescendowerk gespeeld vanaf manuaal II. De dispositie kenmerkt zich door de gebruikelijke 8-voets grondstemmen met een grote kleurschakering. De 4- en 16-voets stemmen zetten deze basis volheid en kracht bij. Het pedaal op 16-voets basis draagt het geheel op een indrukwekkende wijze. De vele 8-voets registers en de drie tongwerken op de nevenklavieren bieden talloze klankvariaties en vele solistische mogelijkheden. Onvermeld mogen niet blijven de wonderschone Flûte harmonique 8 vt, de fijnzinnige Dulciaan 8 vt (die in feite als een Klarinet klinkt), de Vox célèste 8 vt, die in combinatie met de Gamba (of in speciale gevallen met andere registers) een trancendente klank geeft, en niet te vergeten de wel zeer bijzondere Holpijp 8 vt die met gesloten kast fluisterzacht alle hoeken en gaten van de kerk volledig blijft vullen. Op het eerste manuaal geven de hoogklinkende registers tot en met de Mixtuur een enigzins klassiek plenum, dat door toevoeging van Cornet en Trompet 8 vt alsmede de Bazuin 16 vt op het pedaal een kracht, breed en diep tutti geeft dat indrukwekkend maar nergens overheersend is. Enige geluidsvoorbeelden van het orgel kunnen op de pagina ‘Audio-fragmenten’ worden beluisterd.


Dispositie 1903/1908

Pedaal I C-d’

Contrabas 16 vt
Subbas 16 vt
Octaafbas 8 vt
Cello 8 vt
Bazuin 16 vt
Tuba 8 vt

Manuaal I C-f”’

Prestant 16 vt
Bourdon 16 vt
Prestant 8 vt
Violon 8 vt
Bourdon 8 vt
Flûte harmonique 8 vt
Octaaf 4 vt
Gemshoorn 4 vt
Roerfluit 4 vt
Quint 3 vt
Octaaf 2 vt
Mixtuur II-III
Cornet D V
Trompet 8 vt

Manuaal II C-f”’

Vioolprestant 8 vt
Holpijp 8 vt
Viola di Gamba 8 vt
Vox célèste 8 vt
Quintadeen 8 vt
Violine 4 vt
Flûte octaviante 4 vt
Basson-Hobo 8 vt
Dulciaan 8 vt

P+I, P+II, I+II
II in crescendokast
vaste combinaties

cursief (schuin) registers uit 1908

Dispositie 1939

Pedaal I C-f’

Contrabas 16 vt
Subbas 16 vt
Octaafbas 8 vt
Cello 8 vt
Bazuin 16 vt
Tuba 8 vt

Manuaal I C-g”’

Prestant 16 vt
Bourdon 16 vt
Prestant 8 vt
Violon 8 vt
Bourdon 8 vt
Flûte harmonique 8 vt
Octaaf 4 vt
Gemshoorn 4 vt
Roerfluit 4 vt
Quint 3 vt
Octaaf 2 vt
Mixtuur II-III
Cornet D V
Trompet 8 vt

Manuaal II C-g”’

Vioolprestant 8 vt
Quintadeen 8 vt
Flûte octaviante
4 vt
Quintfluit 2 2/3 vt
Terts 1 3/5 vt
Basson-Hobo 8 vt

Manuaal III C-g”’

Holpijp 8 vt
Viola di Gamba 8 vt
Vox célèste 8 vt
Violine 4 vt
Dulciaan 8 vt

P+I, P+II, P+III
I+II, I+III, I+III16, II+III
vaste combinaties
vrije combinaties
automatisch pedaal
generaalcrescendo
II & III in crescendokast

cursief (schuin) registers uit 1939

Dispositie 1996

Pedaal I C-f

Contrabas 16 vt
Subbas 16 vt
Octaafbas 8 vt
Cello 8 vt
Bazuin 16 vt
Tuba 8 vt

Manuaal I C-g”’

Prestant 16 vt
Bourdon 16 vt
Prestant 8 vt
Violon 8 vt
Bourdon 8 vt
Flûte harmonique 8 vt
Octaaf 4 vt
Gemshoorn 4 vt
Roerfluit 4 vt
Quint 3 vt
Octaaf 2 vt
Mixtuur II-III
Cornet D V
Trompet 8 vt

Manuaal II C-g”’

Vioolprestant 8 vt
Quintadeen 8 vt
Flûte octaviante 4 vt
Woudfluit 2 vt
Trompet 8 vt
Dulciaan 8 vt

Manuaal III C-g”’

Holpijp 8 vt
Viola di Gamba 8 vt
Vox célèste 8 vt
Violine 4 vt
Basson-Hobo 8 vt

P+I, P+II, P+III
I+II, I+III, I+III16, II+III
vaste combinaties
vrije combinaties
automatisch pedaal
generaalcrescendo
II & III in crescendokast

cursief (schuin) register uit 1905

Bronnen

  • Hans van der Harst, oud-organist van de kathedraal, destijds adviseur bij de Katholieke Klokken en Orgel Raad (KKOR)
  • Wouter van Belle, Huidig collega-organist van de kathedraal, vaste begeleider van het kathedrale Koor Utrecht (KKU)
  • Jos Laus, als adviseur van de KKOR betrokken bij de herstelbeurt van 1996 (zie ook publicaties elders op deze site)
  • Paul Houdijk, zie publicaties elders op deze site